Fietsen in de bergen is iets compleet anders dan op vlakke wegen. Hieronder geef ik je 11 tips om een berg te beklimmen.
-
Zet compact tandbladen of een triple op je fiets
In Nederland hebben we geen bergverzet nodig om te kunnen fietsen. Alleen rond Arnhem, de Utrechtse Heuvelrug, rondom de grens met Duitsland en in Limburg kun je hoogtemeters maken. Dit zijn allemaal korte klimmetjes welke je ook wel op de macht kunt bedwingen.
Wanneer je naar het echte hooggebergte gaat en kilometers lang omhoog fietst wil je toch lekker blijven ronddraaien. Zonder een bergverzet is dat, voor de meeste mensen, onmogelijk. Je benen gaan ontzettend verzuren en je kunt last krijgen van knie- en rugklachten.
Ik adviseer je dan ook om een compact (50-34 tandbladen) of een triple op je fiets te monteren als je het hooggebergte in gaat. Wanneer je alleen een bergverzet monteert moet je nog behoorlijk doorrijden om lekker te kunnen draaien. Monteer naast een compact/triple ook een cassette met 30 of 32 tandwielen.
-
Check de remblokjes en het schakelsysteem van je fiets voor vertrek
Vooral tijdens het beklimmen van een onregelmatige klim moet je regelmatig schakelen. Dan is het erg fijn als je gelijk terug kunt schakelen als je een steile strook opdraait. Zorg ervoor dat je remblokjes in topconditie zijn voor de afdalingen. Deze garanderen immers je veiligheid. Remblokjes slijten stukken harder tijdens het dalen.
-
Afvallen voor een snellere klimtijd
Afvallen is één van de makkelijkste manieren om sneller een col te beklimmen. Gewicht is namelijk extreem belangrijk bij het klimmen.
Op een klim neem je je gewicht mee omhoog en gelden er andere wetten dan op vlakke wegen. Op vlakke wegen rijdt degene, die het hoogste wattage per kg haalt, het best omhoog, terwijl op vlakke wegen het absolute vermogen veel belangrijker is.
Een renner van 75 kg rijdt een beklimming van 10 km en met een gemiddeld stijgingspercentage van 8% gemiddeld 1 minuut sneller op door 3 kg af te vallen. Uiteraard is het hierbij van belang dat je vet verliest en geen spiermassa.
Vraag een diëtist om advies als je verantwoord wil afvallen zonder in te boeten aan spiermassa. Begin enkele maanden voordat je naar de bergen gaat al met afvallen.
-
Bestudeer de klim vooraf
Bestudeer vooraf de lengte en stijgingspercentages van de beklimming. Ik nam altijd een blaadje mee waar ik per kilometer de stijgingspercentages opschreef. Deze percentages kun je vinden op www.cyclingcols.com. Zo kom je niet voor verrassingen te staan en kun je de beklimming goed indelen.
Daarnaast kan het motiveren als je in een steile kilometer zit en wilt afstappen maar weet dat de kilometer daarna minder steil is. Andersom kan het ook verstandig zijn om tijdens een minder steile kilometer niet vol door te knallen als je al kapot bent en nog lang moet. Neem dan even gas terug en spaar je benen voor de komende steile kilometers.
-
Rijd je eigen tempo en begin met reserve
Probeer tijdens de beklimming in je eigen tempo te rijden en ga niet geforceerd in iemands wiel rijden. Door te snel aan een klim te beginnen kun je jezelf genadeloos tegenkomen, waardoor je nauwelijks meer vooruit komt. Herstellen op een beklimming lukt namelijk niet.
Ik heb deze fout tijdens mijn eerste beklimming meegemaakt en kreeg halverwege een gigantische inzinking en kon niks meer. Begin dus voor je gevoel wat rustiger en kijk naar je hartslag. Versnellen kan altijd nog.
-
Hartslag tijdens het klimmen ligt hoger dan normaal
Tijdens het klimmen ligt je omslagpunt een paar slagen hoger dan op het vlakke. Schrik dus niet als je hartslag hoger is. Je hele lichaam werkt namelijk meer mee.
-
Draai soepel rond en neem de buitenbocht in een haarspeldbocht
Probeer soepel rond te draaien; rond de 80-90 omwentelingen is mooi.
Tijdens het klimmen ligt je cadans wel een stukje lager dan op het vlakke. Blijf schakelen als je op steilere/minder steile stukken rijdt. Schakel, voordat je een steiler stuk ziet, al terug zodat je niet opeens compleet stil komt te staan. Focus op je traptechniek tijdens het klimmen. Bijkomend voordeel is dat je je dan niet aan de pijn hoeft te denken.
Een buitenbocht is altijd een stuk vlakker waardoor je een soepelere tred kunt aanhouden en je benen minder snel verzuurt.
-
Rijd met je handen bovenop de beugel en wissel zitten/staan af
Rijd met je handen bovenop het stuur en houd je armen verder uit elkaar om meer lucht via je longen te krijgen. Daardoor kun je meer vermogen wegduwen en deze houding is comfortabeler voor je rug.
Door de lage snelheid in de bergen heb je nauwelijks voordeel van een aerodynamische houding. Wissel staand en zittend klimmen regelmatig af. Zo voel je voor korte tijd minder melkzuur in je benen doordat je net wat andere spieren gebruikt. Probeer vooral op de steilere stukken te staan.
-
Probeer niet af te stappen
Probeer nooit af te stappen tijdens een beklimming. Hierdoor breek je mentaal en stap je sneller weer af. Ook is het moeilijk om weer in je ritme te komen als je weer opstapt.
Ga liever extreem langzaam fietsen op de lichtste versnelling dan af te stappen en probeer positief te denken. Zelf denk ik tijdens sommige beklimmingen ook wel 100 keer om af te stappen, maar dan probeer ik me te focussen op de traptechniek. Daarom is het ook zo belangrijk om rustig te beginnen en soepel blijven draaien.
-
Focus je op je ademhaling
Tijdens het beklimmen van een berg vraag je veel van je lichaam en is het verstandig om te letten op je ademhaling. Probeer niet te snel te ademen, maar bewust iets langer uit te ademen.
-
Geniet!
Fietsen in de bergen is het mooiste wat er is. De strijd met jezelf om boven te komen, het bevredigende gevoel als je bovenop de berg staat en natuurlijk de prachtige omgeving. Kijk af en toe ook gewoon eens om je heen als je veel pijn voelt en geniet daarvan.